22 mei 2019: Reykjahlid – Grímsstaðir
Door: Niels
Blijf op de hoogte en volg NielsSandra
22 Mei 2019 | IJsland, Víðirhóll
Vannacht hebben we allebei niet al te best kunnen slapen, het was gewoon te licht! Het blijft wennen dat nu we zo ver noord zitten, het gewoon niet meer donker wordt. Zelfs om 3 uur ’s nachts is het nog steeds schemerig, wat het vervolgens blijft. Het ontbijt was deze keer inbegrepen en smaakte ons prima, het was gevarieerd en ook genoeg. We zaten gezellig met de Chinezen van gisteren, die meer kabaal maakten dan een stal vol legbatterijkippen. Met 9 graden een prima temperatuur om op stap te gaan. Vandaag maar 80 kilometer te overbruggen naar de volgende stop. We zien o.a. de Krafla Viti krater, een geweldig hoge krater die vol met knalblauw water gelopen is. Hier lopen we een rondje over de piek. Met echt IJslands weer, is het uitzicht iedere paar minuten anders. We zien ook de Geothermal Hverir Fields. Hier borrelt de modder en stoom zo door de grond omhoog. Dat gaat uiteraard gepaard met een flinke zwavellucht. Brings us back to NZ. Ook de Leirhnjukur lavavelden doorkruisen we en geeft iedere paar minuten weer nieuwe inzichten in hoe heftig de ondergrond hier in beweging is. Dit is een van de meest vulkanisch actieve plaatsen in de wereld. De IJslanders maken hier dan ook dankbaar gebruik van, want ze winnen er warmte en zetten dat om in stroom. Hele valleien vol met deze installaties komen we tegen. We gaan wat vlot door onze bezienswaardigheden heen en besluiten om terug te rijden en net als eergisteren rijden we een flink stuk om via de noordkant van dit gebied om de kustroute te verkennen. We laten ons leiden door de caches en komen de meest extreme natuurfenomenen tegen. De basaltrozen blijven toch wel het meeste bij, wat een schitterende creaties kan de natuur toch maken uit eigenlijk gewoon onderaards geweld. We gaan even langs bij het bezoekerscentrum en kruisen achterlangs door naar een andere weg om nog een paar beroemde watervallen te bekijken. Als we een flink stuk teruggereden zijn blijkt de weg waar we over moeten afgesloten te zijn. Hier balen we flink van want we waren nog gewaarschuwd om regelmatig te controleren of de route die we nemen niet is afgesloten. Dus er zit niets anders op dan alsnog weer dezelfde weg terug te nemen. We vragen het even na bij het bezoekerscentrum waar we inmiddels voor de derde keer langskomen. Krijgen we doodleuk het domme antwoord: “if you want to” op de vraag of we niet over de afsloten weg kunnen rijden (er stonden namelijk ook verse bandensporen op de gravelweg.) Daar hebben we toch niets aan? We besluiten het niet te gokken en weer terug te rijden, ditmaal op weg naar de Dettifoss en Sellfoss, twee heel grote watervallen die hun faam eer aan doen. Ze zijn echt schitterend. We krijgen de spray van het opwaaiende water op ruim 100 meter afstand nog in ons gezicht. Net of het flink miezert… Na deze pracht is het al half 7 en rijden we naar onze overnachtingsplaats. Deze ligt compleet afgelegen en we slapen in een prima uitgeruste blokhut waar ook nog 3 andere kamers zijn. In het keukentje maken we zelf iets te eten en zitten we heerlijk relaxed in een kleine woonkamer nog even na te genieten van een mooie dag, met een weids uitzicht op heuvels op de voorgrond en hoge bergen in de verte.